Het Bestaan Van God En Zijn Eenheid

Nochtans verplicht de grote invloed van de positivistische en de materialistische denkscholen op de wetenschappen en dus op de generaties die de afgelopen eeuwen leefden, het noodzakelijk om argumenten op te noemen voor het bestaan van God aan te tonen. De denkscholen waar we tegen reageren herleidt het bestaan tot wat we rechtstreeks kunnen waarnemen en daardoor verblinden ze zichzelf tot de onzichtbare dimensies van het bestaan, die véél uitgebreider zijn dan de zichtbare. Omdat we moeten streven om de sluier te verwijderen die door materialisme en positivisme is getrokken, zullen we in het kort enkele van de traditionele bewijzen geven van het noodzakelijk bestaan van God.

Vooraleer we dit doen is het de moeite waard van na te denken over het simpele historische feit dat, sinds het begin van het menselijk leven, de overgrote meerderheid der mensen hebben geloofd in het bestaan van God. dit geloof alleen volstaat om Gods bestaan te bevestigen. Zij die niet in Hem geloven, kunnen geen grotere intelligentie opeisen dan de gelovigen. Tussen deze laatsten zijn er vernieuwende geleerden, wetenschappers, onderzoekers en belangrijkste van al, heiligen en Profeten die als het ware de experten ter zake zijn. Het is hier ook de moeite waard van het feit te vermelden dat mensen dikwijls het niet-aanvaarden van iemands bestaan verwarren met de aanvaarding van het niet-bestaan. Terwijl de eerste slechts een ontkenning of een verwerping is, is de tweede een oordeel dat een bewijs nodig heeft. Niemand ter wereld is ooit in staat geweest om het niet-bestaan van God te bewijzen en daar zal ook nooit iemand toe in staat zijn. En dat terwijl er ontelbare argumenten zijn om Zijn bestaan te bewijzen. Dit punt kan verduidelijkt worden met de volgende vergelijking.

Veronderstel dat er een groot paleis is met een duizendtal ingangen, waarvan er 999 open zijn en één dicht. Niemand kan op een redelijke manier beweren dat het paleis gesloten is. de houding der ongelovigen is zoals die van iemand die wil aantonen dat het paleis ontoegankelijk is doordat er één deur is gesloten. Daar alleen wordt de aandacht op gevestigd. De deuren naar Gods bestaan zijn voor iedereen open op voorwaarde dat zij eerlijk trachten om erdoor binnen te gaan.

Enkele van deze deuren -de bewijzen van Gods bestaan-, zijn de volgende:

Mogelijkheden als de aard van de schepping

Zowel als een geheel, als afzonderlijk, herbergen de dingen mogelijkheid: dat wil zeggen: het is zowel mogelijk voor iets om in de realiteit te bestaan als van niet te bestaan. Zo is het ook mogelijk voor iets om op elk moment het bestaan te beginnen, op een willekeurige plaats, in om het even welke vorm en met om het even welk karakter.

We zien dat niets of niemand in de wereld, bewust of onbewust, op enige manier zelf bepaald hoe, waar en wanneer het begint te bestaan en met welke kenmerken en karakter dit gebeurd. Dus moet er een kracht zijn die beslist tussen bestaan en niet-bestaan van elk afzonderlijk ding en het zijn onderscheiden, individuele karakteristieken geeft. Deze kracht moet oneindig zijn, een absolute wil en een allesomvattende kennis hebben. Deze kracht is noodzakelijkerwijze God.

De beperkte (begrensde) natuur der dingen

Alles in het universum is veranderlijk. Al het veranderlijke is beperkt door tijd en plaats, het heeft een begin en een einde. Alles wat een begin heeft, bestaat door een beginloze oorzaak die het tot het bestaan brengt. Want wat een begin heeft kan niet de oorsprong der dingen zijn want daar is dan weer een andere oorzaak voor nodig. Een oneindige teruggang van de ene oorzaak naar de vorige is onaanvaardbaar. Daarom vraagt de rede Iemand die oneindig zelfbestaand en zelfonderhoudend is en geen verandering ondergaat, namelijk God.

Leven

Het leven[1] is een raadsel maar het is doorzichtig. Het is een raadsel in de zin dat wetenschappers, die geen verklaring uit materiële oorzaken kunnen geven, niet in staat zijn om de oorsprong te ontdekken. Het is doorzichtig omdat het een scheppende kracht toont of weerkaatst. Zowel door de doorzichtigheid en de raadselachtigheid verklaart het leven: 'De Ene die mij schiep, was God.'

Ordelijkheid in de schepping

Van de kleinste deeltjes tot enorme sferen en melkwegstelsels is alles in de kosmos en de kosmos als een geheel, een ontplooiing van buitengewone harmonie en orde. Niet alleen in de dingen zélf maar ook tussen alle dingen is er een harmonieuze relatie, zo nadrukkelijk zelfs, dat het bestaan van één enkel deeltje maar mogelijk is door het bestaan van het geheel en omgekeerd: het geheel heeft elk deeltje nodig. De vervorming van één enkele cel kan leiden tot de dood van een heel lichaam. Zo ook heeft één granaatappel voor zijn bestaan de samenwerkende en goed op elkaar afgestelde realiteiten nodig van lucht, aarde, water en de zon. Deze harmonie en samenwerking in het universum, duidt op een schepper van orde, die alles weet in relatie tot al het andere, met alle kenmerken en die alles beheerst en ordent. Deze Schepper van orde is God.

Kunst in de schepping

Het geheel der schepping getuigt van een overvloedige, ontzagwekkend kostbare kunst en verfijning. Toch is het, zoals we zullen zien, snel en gemakkelijk tot bestaan gebracht. Bovendien is al het geschapene ingedeeld in talloze families, stammen, soorten en nog kleinere groepen, elk daarvan bestaat in overvloedig veel exemplaren. Ondanks de verscheidenheid en de overvloed zien we alleen orde, kunst en gemak in de schepping. Dit duidt op het bestaan van Ene die een absolute macht en kennis heeft, dit is God.

Doel der schepping

Niets in het universum is zinloos, willekeurig. Zoals vooral de ecologie toont, is alles in de schepping, hoe onbeduidend het ook mag lijken, heel belangrijk in het bestaan, het heeft een welbepaalde functie. De keten der schepping tot aan de mens, de laatste schakel, is duidelijk gericht naar een einddoel. Net zoals het doel waarmee de fruitboom groeit is van vruchten te dragen en het leven van die boom naar dat fruit is gericht, zo is ook de 'boom der schepping' bedoeld om het laatste en meest omvattende fruit op te brengen: de mens. Niets is dus nutteloos in het universum. Er zijn vele bedoelingen voor elk ding, elke activiteit en elke gebeurtenis in de kosmos. Omdat er hier een wijze voor nodig is die zekere doelen in de schepping heeft ingesteld en omdat er niets in de wereld, behalve de mens, het bewustzijn heeft om deze doelen te kennen, zijn de wijsheid en de doelmatigheid in de schepping noodzakelijk aanwijzingen naar God.

Genade en voorzienigheid

Alle levende en ook die niet-levende wezens hebben voortdurend allerlei dingen nodig. Zelf kunnen ze nog niet een klein deel hiervan zelf voorzien. Zo vraagt bijvoorbeeld het beheer en het onderhoud van het universum, het bestaan van zekere universele wetten zoals groei, reproductie, aantrekking en afstoting. Deze wetten nochtans, die we 'natuurwetten' noemen, hebben geen uitwendig zichtbaar of materieel bestaan slechts in hun benaming. Iets met alleen een benoemd bestaan, zonder kennis of bewustzijn kan duidelijk niet verantwoordelijk zijn voor een wonderlijke schepping, die een absolute kracht en een absolute kennis, wijsheid, keuzemogelijkheid en voorkeur nodig heeft.

Zulk Ene die al deze kenmerken heeft bevestigd in 'natuurlijke' wetten, gebruikt hen als 'sluiers' voor Zijn handelingen, met een zekere bedoeling.

Zo hebben planten lucht, water, hitte en licht nodig voor hun leven. Niets daarvan kunnen ze zelf voorzien. De menselijke behoeften dan: die zijn té talrijk om op te noemen. Gelukkig zijn al zijn essentiële behoeften, vanaf het begin van zijn aardse bestaan in zijn moeders lichaam tot aan zijn dood, voldaan buiten de eigen capaciteiten en tussenkomsten om. Als hij deze wereld binnentreedt, vindt hij alles voorbereid om alle zintuiglijke behoeften te voldoen en worden zijn intellectuele en spirituele capaciteiten erkend. Dit toont duidelijk dat Ene, met oneindige genade en kennis, de behoeften voorziet van alle geschapen wezens, op de meest opmerkelijke manier. Hij doet alle wezens samen werken voor dit menselijke doel.

Wederzijdse hulp in het universum

Zoals hierboven is vermeld, snellen alle wezens en dingen in het universum, zelfs de meest van elkaar verwijderde, elkaar te hulp. Deze hulp is zo allesomvattend dat bvb: daar bijna alle dingen (lucht, water, vuur, aarde, de zon en de hemelen) de mens helpen in een vooraf vastgelegde manier, ook de cellen, ledematen en organen van zijn lichaam samenwerken om zijn leven te beschermen. Aarde, lucht, water, hitte en bacteriën in de aarde werken samen voor het leven der planten. Deze samenwerking en wederzijdse hulp, vastgesteld bij wezens zonder bewustzijn, die nochtans toch getuigd van kennis en doelbewustzijn, toont het bestaan aan van Ene die hen allen op een wonderlijke manier regelt.

Zuiverheid in het universum

Tot onlangs, als de mens begon met de lucht, de aarde en het water te vervuilen, werd de natuurlijke wereld voortdurend gezuiverd en opgeruimd. Zelfs nu heeft het zijn oorspronkelijke zuiverheid in vele streken behouden, vooral daar waar de moderne levenswijze nog niet is doorgedrongen. Heb je je nog nooit afgevraagd waarom de natuur zo proper is, waarom bijvoorbeeld de bossen zo proper zijn alhoewel er elke dag vele dieren in sterven? Heb je er ooit aan gedacht dat als al de vliegen die in één enkel seizoen werden geboren, allen zouden overleven, dat het aardoppervlak dan zou bedekt zijn met een dikke laag vliegenlichamen? Heb je er al over nagedacht dat er niets in de natuur wordt verknoeid? Elk sterven is het begin van een nieuw leven. Een dood lichaam wordt bijvoorbeeld ontbonden en in de aarde opgenomen. Bestanddelen sterven om in planten opnieuw tot leven te komen. Planten sterven in de maag van dieren en mensen zodat ze tot hogere levensvormen worden opgeheven.

Deze cyclus van dood en heropwekking is één der factoren die de zuiverheid en de properheid van het universum verzekeren. De bacteriën en de insecten, de winden en de regen, de zwarte gaten in de hemelen, de zuurstof in de organische lichamen: zij allen onderhouden de zuiverheid in het universum. Deze zuiverheid verwijst naar Ene die de Al-Heilige is, Wiens kenmerken zuiverheid en properheid omvatten.

Samenstellingen

Miljarden menselijke wezens hebben geleefd sinds de eerste verschijning van de mens op aarde. Ondanks hun gemeenschappelijke oorsprong -een zaadcel en een eicel, die gevormd worden door hetzelfde soort voedsel dat door de ouders wordt gegeten- en ondanks het feit dat zij allemaal zijn samengesteld uit dezelfde soort structuren, elementen en organismen, heeft elk menselijk wezen een individuele samenstelling die hem of haar van alle anderen onderscheidt. Wetenschappen zijn niet in staat om dit miraculeuze verschil in samenstellingen te verklaren. Het kan niet worden uitgelegd door het verschil toe te kennen aan DNA of chromosomen, vermits dit verschil teruggaat tot de eerste verschillen tussen mensen op deze wereld. Bovendien is dit niet alleen een verschil tussen samenstellingen maar alle menselijke wezens zijn verschillend van elkaar door karakter, verlangens, ambities, talenten enz. Terwijl de leden van een diersoort bijna allemaal hetzelfde zijn, zonder enig verschil in gedrag te tonen, is ieder lid van de mensensoort als een soort op zich en heeft een bepaalde individuele wereld binnen de grote wereld der mensen. Dit toont duidelijk dat er Ene is, met een absolute vrije keuze en een alomvattende kennis en Hij is God.

Goddelijk onderwijs en leiding

De mens heeft op zichzelf ongeveer 15 jaar nodig om zich in het leven een weg te vinden en onderscheid te maken tussen goed en kwaad. Vele dieren kunnen dit nochtans al doen zéér kort na hun geboorte. Een eendenjong bijvoorbeeld, kan reeds zwemmen zodra het de schaal van het ei doorbreekt. Mieren beginnen nesten te bouwen zodra ze uit hun cocon komen. Bijen en spinnen hebben niet veel tijd nodig om te leren hoe ze hun honingraten en webben moeten maken, die elk meesterwerkjes zijn waar de mens niet toe in staat is. Wie leert de jonge palingen, die in Europese wateren zijn geboren om hun weg te vinden naar de Stille Oceaan? Is de trek van vogels nog steeds geen mysterie voor de mens?[2] Hoe is het verklaarbaar dat al deze verbazende feiten gebeuren behalve door hen toe te kennen aan de leer en de leiding van Ene die alles weet en het universum, met alle wezens erin, regelt en ordent op een manier die aan elk schepsel, hoe groot of hoe klein ook, toestaat om het eigen leven in te richten?

De geest en het geweten

Ondanks enorme vooruitgang in de wetenschappen, is de mens niet in staat om het leven te verklaren. Leven is het geschenk van de Altijd-Levende Ene, Die een geest 'inademt' in elk embryo. We weten weinig betreffende de natuur van de geest en zijn relatie met het lichaam maar onze onwetendheid over de natuur van de geest betekent niet dat deze niet bestaat. De geest is naar de wereld gestuurd om te worden verbeterd en in een toestand te geraken, overeenkomstig de eisen van het andere leven.

Het geweten of bewustzijn van de mens is het centrum van zijn gerichtheid naar wijze keuzes tussen juist en verkeerd en iedereen kan dit geweten voelen bij bepaalde gelegenheden. Bovendien voelt bijna ieder menselijk wezen de neiging om zich tot God te richten vooral bij speciale gelegenheden. Deze gerichtheid, en zelfs het Geloof in Hem zijn typisch voor de mens. Zelfs als deze God bewust ontkent, toont zijn onbewuste geloof in Hem zich bij bepaalde gelegenheden. De Qur'an vermeldt dit bij bepaalde verzen:

'Het is Hij die U toestaat om over land en zee te reizen. Als gij op dit schip zijt, dat wordt voortgestuwd door een gunstige wind, en gij verheugt u hierom, dan steekt er een sterke wind op. Golven rollen op U toe van alle kanten, geven de indruk dat gij ingesloten zijt. Dan zult gij God aanroepen en het geloof uitzuiveren, voor Hem alleen, terwijl ze zeggen: 'Indien Gij ons hiervan verlost, zullen we u waarlijk dankbaar zijn'. (Sura: 'Yunus' 10/22)

'Dan brak Abraham de afgoden van zijn volk in stukken, allen behalve de grote, zodat ze zich tot Hem zouden keren. Toen zij terugkwamen en de toestand van hun afgoden zagen, zegden zij: Wie heeft dit met onze goden gedaan. Het moet zeker een boosdoener zijn. Zij zegden : We hebben een jongere over hen horen praten, hij wordt Abraham genoemd. Zij zegden: Breng hem dan onmiddellijk voor de ogen van het volk, zodat zij kunnen getuigen. Als Abraham dan daar was, zegden zij: 'Zijt gij het, die dit met onze goden heeft gedaan?' Hij zei: 'neen, dit is hun leider, hij deed dit. Dus vraag hen of ze kunnen spreken.' Daarop keerden zij zich naar zichzelf en zegden: 'Gij zijt de boosdoeners!' Toen waren zij in totale verwarring en zegden: 'O Abraham, gij weet dat deze beelden niet kunnen spreken.' Abraham zei: 'Aanbidt gij dan, naast God, deze dingen die u helemaal niets kunnen opleveren, op geen enkele manier en die u ook geen kwaad kunnen doen? Wees beschaamd, voor alles wat gij naast God hebt aanbeden. Gebruikt gij dan uw verstand niet?' Zij spraken: 'Verbrand hem onmiddellijk en bescherm uw goden, als gij iets nuttigs wilt doen.' (Al- Anbiya, S21. A58-68)

Dus zijn de geest en het geweten een sterk argument om het bestaan van God aan te nemen.

De aangeboren gerichtheden van de mens en de menselijke geschiedenis

De mens is uit zichzelf gericht naar het goede en het mooie en afkerig van het slechte en het lelijke. Hij wordt ook aangetrokken tot deugden en morele waarden. Het is daarom dat hij het goede en de morele waarden zoekt die universeel zijn, tenzij hij wordt aangetast door slechte uitwendige factoren en omstandigheden. De waarden die de mens uit zichzelf zoekt zijn dezelfde deugden en moraliteit die de Goddelijk geïnspireerde religies hebben aanbevolen. Zoals de geschiedenis leert, heeft de mensheid nooit geleefd zonder religies. Net zoals er geen enkel ander systeem tot nu toe in staat is gebleken om de religie te vervangen in het leven der mensheid, zo zijn het ook steeds de Profeten en de religieuze mensen geweest die de meeste invloed hadden in het leven der mensheid en die er onuitwisbare indrukken in achterlieten. Dit is nog een ander onweerlegbaar bewijs voor het bestaan van Eén God.

Menselijke intuïtie

De mens voelt vele intuïties en emoties aan, die een soort van boodschappen zijn uit immateriële sferen. Daaronder is het aanvoelen der eeuwigheid, die in de mens een verlangen naar eeuwigheid opwekt. Om dit verlangen te vervullen, streeft de mens op verschillende manieren. Nochtans kan aan dit verlangen alleen maar worden voldaan doorheen geloof en eredienst aan de Eeuwige Ene Die de bron is van deze inspiratie in de mens. Het is in het voldoen aan dit verlangen naar eeuwigheid dat het echte menselijke geluk ligt.

Samenhang en overeenkomst (in beweringen)

Als enkele leugenaars, die we nog nooit de waarheid hebben horen zeggen, op verschillende momenten naar ons toekomen en hetzelfde nieuws melden, dan kunnen we geneigd zijn om hen te geloven als we geen betrouwbaar rapport over dezelfde zaak hebben. Maar als tienduizenden Profeten, mensen die in hun hele leven nog nooit één enkele leugen hebben verteld, en honderdduizenden heiligen en miljoenen gelovigen, die de waarheidsliefde als één der meest essentiële steunpunten van het geloof hebben aangenomen, allen overeenkomen van het bestaan van God aan te nemen, is het dan redelijk om hun unanieme getuigenis te verwerpen ten voordele van enkele individuele en leugenachtige beweringen?

De heilige Qur'an en andere Geschriften

De bewijzen voor de Goddelijke oorsprong van de Qur'an, zijn ook bewijzen voor het bestaan van God. De Qur'an onderwijst met grote nadruk en aandacht, zoals de Bijbel ook doet in de niet-aangetaste delen, het bestaan van Eén God.

De Profeten

Tienduizenden Profeten zij gekomen en hebben de mensheid naar de waarheid geleid. Zij werden allen terecht geprezen voor hun waarachtigheid en andere verheven deugden. Allen, zonder één uitzondering, gaven in hun opdracht de voorrang aan het preken van het bestaan en de eenheid van God.

[1] A.C. Morrison schrijft: Het leven is een beeldhouwer en vormt alle levende dingen. Een kunstenaar die elk blad ontwerpt aan elke boom, die de bloemen kleurt, de appel, het bos en de pluimen van de vogel van het paradijs. Het leven is een muzikant die elke vogel heeft geleerd van de eigen liefdesliederen te zingen en de insecten, hoe ze elkaar moeten roepen in de muziek van hun veeltonige liederen.

Het leven heeft alleen aan de mens de beheersing gegeven over de gecombineerde geluidsvibraties en heeft het materiaal voorzien voor hun productie.

Het leven is een ingenieur, want het heeft de benen van de krekel ontworpen en de vlo. De samenwerkende spieren, beenderen en gewrichten, het onvermoeibaar kloppend hart, het systeem van elektrische zenuwen van ieder dier en het volledige systeem van de bloedsomloop van ieder wezen.

Het leven is een scheikundige die de smaak geeft aan onze vruchten, specerijen en de geur aan de roos. Het leven stelt nieuwe stoffen samen die de Natuur nog niet heeft uitgebalanceerd in zijn werking en die schadelijke, binnendringende levensvormen moet doden... De scheikunde van het leven is subliem. Niet alleen zet het de zonnestralen aan het werk om water en koolzuur te veranderen in hout en suiker,, maar ook, door dit te doen, wordt zuurstof vrijgelaten die de dieren nodig hebben als hun levensadem.

Leven is een geschiedkundige want het heeft de geschiedenis geschreven, bladzijde per bladzijde, doorheen de tijden. Het liet zijn verslag na in de rotsen als een autobiografie die slechts wacht om juist te worden begrepen.

Het leven beschermt zijn scheppingen door de overvloed van voedsel in het ei en bereidt vele van zijn kinderen voor op het actieve leven na de geboorte of hoopt voedsel op, klaargemaakt voor de jongen, door bewust moederschap. Leven produceert leven: melk geven om onmiddellijke behoeften te voldoen, het voorzien van deze noodzaak en het voorbereiden op gebeurtenissen in de toekomst.

Materie heeft nooit méér gedaan dan wat zijn wetten voorschrijven. De atomen en moleculen gehoorzamen de voorschriften van chemische aantrekking, de zwaartekracht, de invloeden van temperatuur en elektrische impulsen. Materie kent geen initiatief maar het leven brengt prachtige nieuwe ontwerpen en structuren tot leven.

Geen mens heeft ooit kunnen peilen wat leven is: het heeft geen gewicht, noch afmetingen. De natuur heeft het leven niet geschapen. Rotsen, die door het vuur werden getekend en een zoutloze zee voldeden niet aan de noodzakelijke voorwaarden. Zwaartekracht is een kwestie van materie, van elektriciteit geloven we nu dat het de materie zélf is.

De stralen van de zon en de sterren kunnen worden afgebogen door de zwaartekracht en lijken daarmee verwant te zijn. De mens leert over de afmetingen van het atoom en berekent de kracht die er in schuilt maar het leven zelf is vluchtig, zoals de ruimte. WAAROM?

Het leven is fundamenteel en de enige manier waardoor de materie kan worden begrepen. Het leven is de enige bron van bewustzijn. Alleen het leven maakt de kennis mogelijk over de werken van God die wij, alhoewel halfblind, ervaren als 'goed'.

(Man does not stand alone - New York, 1945, Blz. 31-36.)

[2] Het roodborstje dat voor je deur een nest heeft gemaakt, gaat naar het zuiden in de herfst maar komt naar het oude nest terug in de volgende lente. In september vliegen zwermen van onze meeste vogels naar het zuiden, dikwijls over 1000 mijl open oceaan, mar zij verliezen hun weg niet. De reisduif die terug naar huis wil, wordt na een lange reis in een gesloten doos, verward door nieuwe geluiden. Bij het loslaten cirkelt ze even boven de hoofden en vliegt dan bijna foutloos terug naar huis. De bij vindt de korf terwijl de wind het gras dooreen waait en de bomen elke visuele herkenning verstoren van de positie van de bijenkorf. Dit vermogen om de weg terug te vinden is in de mens nauwelijks ontwikkeld, maar hij compenseert zijn magere capaciteiten met navigatie-instrumenten. De kleine insecten hebben microscopische ogen, we weten niet eens hoe perfect die zijn. De havik, de arend en de condor hebben een telescopisch zicht. De mens overtreft hen hier nogmaals met zijn mechanische instrumenten.

Als je het oude werkpaard aan zichzelf overlaat, dan blijft hij zelfs tijdens de duisterste nacht op de weg. De uil kan de fijne warme muis zien als die in de donkere nacht door het koelere gras loopt.

De gewone kammossel, waarvan we de spieren eten, heeft verschillende dozijnen mooie ogen die erg op de onze gelijken. ze schitteren omdat elk oog ontelbare kleine reflectoren heeft waarvan wordt beweerd dat ze de voorwerpen kunnen waarnemen met de bovenkant in de juiste richting.

Deze reflectoren werden niet teruggevonden in het menselijke oog. Werden zij ontwikkeld omdat de kammossel geen goedontwikkelde hersens heeft? Daar het aantal ogen bij dieren varieert van twee tot duizenden, en allen verschillend zijn, zou de Natuur een enorme taak hebben om de optische wetenschap te ontwikkelen. Tenzij alles is voorbestemd en vooraf geordend door God, de Al-Kennende, de Al-Bepalende en de Al-Machtige.

De honingbij wordt niet aangetrokken door de prachtige bloemen op de manier waarop wij deze zien. De bij ziet met het ultraviolette licht, waardoor ze nog mooier zijn. Van de stralen met een lagere frequentie, tot de fotografische plaat en voorbij deze, zijn er sferen van schoonheid, vreugde en inspiratie. De werkbijen maken kamers van verschillende grootte in de raat die voor het uitbroeden is bestemd. Kleine kamers worden voor de werkers geconstrueerd, grotere voor de darren en speciale kamers voor de toekomstige koninginnen. De bijenkoningin legt onbevruchte eieren in de cellen die voor de mannetjes, de darren, zijn bestemd maar legt bevruchte eieren in de juiste kamers voor de mannelijke werkers en de mogelijke koninginnen.De werkbijen, die de aangepaste vrouwelijke bijen zijn, hebben zich reeds lang voorbereid op de komst van een nieuwe generatie en hebben ook reeds voedsel klaargemaakt voor de jonge bijen door honing en stuifmeel voor te kauwen en te verteren. Zij stoppen met dit voorbereidingsproces vanaf een bepaalde ontwikkelingsfase van de mannetjes en de vrouwtjes en geven dan alleen nog honing en stuifmeel. De vrouwelijke bijen die zo worden behandelt, worden de werkbijen.

De hond, met een onderzoekende neus, kan het dier waarnemen dat voorbij is gekomen. Géén instrument, door de mens uitgevonden is bij onze gebrekkige reukzin gevoegd en we weten nauwelijks waar we moeten beginnen om naar een 'verlenging' te zoeken.

Alle dieren horen geluiden, vele hiervan bevinden zich buiten het frequentiebereik dat we zelf horen en dit met een nauwkeurigheid die ons beperkt gehoor vér overtreft.

De jonge zalm brengt jaren op zee door en komt dan terug naar de eigen rivier. Bovendien reist hij stroomopwaarts aan de kant van de zijrivier waarin hij was geboren. Als een zalm, die stroomopwaarts zwemt, in een andere zijrivier wordt uitgezet dan zal die zich inspannen om de hoofdstroom te bereiken en daarna, tegen de stroom in, de juiste zijrivier opzwemmen, naar zijn einddoel. Er is nochtans een veel groter probleem op te lossen in de precieze omkering der reisweg en de realisatie ervan, in het geval van de paling. Deze verbazingwekkende schepsels gaan op reis, vanuit alle plassen en vijvers waar ze volwassen zijn geworden. De Europese palingen doen dit over duizenden mijlen oceaan. Zij gaan allemaal naar de diepe oceaanbodem, in een onderzeese kloof ten zuiden van de Bermuda-eilanden. Daar broeden zij en sterven dan. De kleine palingen, die blijkbaar geen enkele kennis hebben behalve dat ze zich bevinden in woeste wateren, doen de reis terug naar de stranden van waar de ouders kwamen en zwemmen dan naar hun eigen rivier, meer en kleine plas, zodat elke watervoorraad opnieuw met een volgende generatie palingen is bevolkt.

Dieren lijken over telepathie te beschikken, het vermogen om te communiceren, ongehinderd door om het even welke afstand. Wie heeft nog niet met bewondering de kievit gadegeslagen als die vliegt en ronddraait tot elke witte borst van soortgenoten in het zonlicht weerkaatst? Een vrouwelijke mot die in het zolderkamertje, bij het open venster plaatsneemt, stuurt enkele subtiele signalen uit. Over een ongelofelijke afstand, zullen de mannelijke motten van dezelfde soort, de boodschap waarnemen en erop antwoorden ondanks de menselijke pogingen om de geur te reproduceren in laboratoria, om de motten te verwarren.

De plantengroei maakt op een subtiele manier gebruik van onvrijwillige factoren om het bestaan verder te zetten: insecten die het stuifmeel van bloem tot bloem verder dragen, de winden, vogels en viervoeters die het zaad mee helpen verspreiden.. Uiteindelijk heeft de plantengroei de meesterlijke mens overtroffen. Hij heeft de natuur verbeterd en zij vergoedt hem daarvoor rijkelijk. Maar hij heeft zich zo snel voortgeplant dat hij nu is aangewezen op landbouw om zich te voeden. Hij moet zaaien, oogsten en opslaan. Bevruchten en kruisbevruchtingen uitvoeren, snoeien en enten. Als hij al deze taken zou verwaarlozen, dan zou de hongersnood zijn lot zijn, beschavingen zouden ineenstorten en de aarde zou terugkeren naar de oorspronkelijke toestand. (Morisson, blz. 49-57)

Al deze gewoonten of verschillende 'instinctieve' daden, die hun oorsprong moeten gevonden hebben aan het begin van het leven op aarde: kunnen zij ontstaan zijn uit toeval of uit een intelligente voorziening? Zouden wij erover nadenken waarom sommige dieren meer ontwikkeld zijn dan de mens, in sommige opzichten? Tussen alle levende wezens die de aarde bevolken heeft er geen enkele een redeneervermogen dat met dat van de mens valt te vergelijken. Wat wij de 'natuur' noemen is helemaal blind, gevoelloos, onbewust en onwetend. De mens, die het enige intelligente wezen op aarde is, kan niets anders doen dan trachten al deze wonderlijke verschijnselen uit te leggen en hij heeft daarbij zelfs geen controle over het eigen lichaam. Is dit alles geen getuigenis van een overweldigende vastbeslotenheid, alomvattende kennis en een absolute kracht die slechts kan toebehoren aan de Ene die dit alles bezit?

Pin It
  • Aangemaakt op .
Copyright © 2024 Website van Fethullah Gülen. Alle rechten voorbehouden.
fgulen.com is de officiële website van bekende Turkse geleerde en denker Fethullah Gülen.