Irada, Murid en Murad (wil, willende, gewilde)

Irada of wil betekent letterlijk: kiezen tussen twee dingen. Het verlangen en de mentale kracht waardoor een persoon zijn gedachten en daden kan leiden. Dit werd gedefinieerd door hen die een spiritueel leven leiden als het overwinnen van de vleselijke lusten en het bieden van weerstand aan dierlijke neigingen. Ook als het steeds verkiezen, in uiterste onderworpenheid aan Zijn Wil, Gods wens en welgevallen, boven de eigen verlangens en wensen.

Een willende (Murid), of een volgeling is degene die nooit op zijn eigen kracht steunt en die absoluut onderworpen is aan de Wil van de Almachtige Ene die de hele schepping van hemellichamen tot atomen, in Zijn Greep houdt. Degene die wordt gewild (Murad), vloeit over van liefde voor God en verlangt of beschouwt nooit iets anders dan het bekomen van Zijn goeddunken en is daarom een aanhanger van God geworden.

Irada, of wil, is de eerste stap op het pad van God en de eerste haven om aan te doen op de zeiltocht naar de eeuwigheid. Zo staat het ook beschreven in het vers: 'Zij zochten enkel om zijn gunst te bekomen.' ( S6, A52) Bijna iedereen die deze tocht aanvangt, komt voorbij deze haven waar hij een aanmoediging ontvangt om het doel te bereiken. Het reizen naar de bestemming is evenredig met de zuiverheid van de bedoeling van de reiziger en de graad en kwaliteit van zijn relatie met de wereld en de materiële dingen. Ook belangrijk is de drijvende kracht in het 'centrum'. In verhouding tot de hulp van God en de wilskracht van de volgeling, reizen sommigen de afstand tussen de eerste haven en de bestemming aan wandelsnelheid. Anderen aan de snelheid van een ruimtetuig of licht en nog anderen onmeetbaar snel. De Hemelvaart van de Profeet, vzmh, de spiraalvormige opstijgingen van een heilige en het reizen van een derwish zijn goede voorbeelden van wat kan bekomen worden met 'wil, willende en gewilde' als ze worden ondersteunt door de hulp van God, de Waarheid.

Er is een verband tussen wil en gewilde (volgeling). Dit is nochtans slechts een afgeleid verband. Net zoals materiële en natuurlijke oorzaken fungeren als een sluier tussen oppervlakkige inzichten en Goddelijke Grootheid, zo ook is de menselijke wilskracht een schaduw van de schaduw van de Ene die; 'doet wat Hij wil, zoals Hij het wilt.' (S85, A16). Zij die de realiteit achter de dingen en gebeurtenissen niet kunnen begrijpen mogen God niet verwerpen voor alles wat ze onaangenaam vinden. Zoals een schaduw afhangt van het origineel, is elke wil geschapen door de Schepper. Op dezelfde manier is de levendigheid en de aantrekking die in een spiegel wordt bekeken geen deel van de weerkaatsingen van de voorwerpen, maar de voorwerpen zelf. Het is nochtans niet gemakkelijk om dit te onderscheiden en het verschil te zien tussen een schaduw en het origineel.

Wanneer hij ziet dat zijn wil een zwakke afspiegeling is van de Absolute Wil (of de Al-Willende Ene), dan gaat hij zo ver vooruit en verheft zich zo hoog als de toestand waarin hij iemand zal zijn die wordt verlangd of gewild. Hij zal vrij zijn van de gevangenschap van zijn lichaam en gedachten om een man te worden van zuivere spiritualiteit en bewustzijn. Een volgeling kan nooit zijn wil anders zien dan in een afhankelijk en verbonden bestaan. Inderdaad is een reiziger iemand die, aan het begin van het pad, 'wilt' en aan het einde van het pad 'gewild wordt'. Eén die wilt door inspanningen uit te voeren om van dienstbaarheid zijn tweede natuur te maken en die gewild wordt op het punt waar zijn relatie met God een onmisbare dimensie van zijn wezen is geworden. Eén die wilt terwijl hij zoekt naar de paden om bemind en verlangd te worden, en gewild wordt wanneer hij een indruk van Hem ziet op alle dingen en een borduurwerk maakt van spirituele genoegens met de draden van kennis van en liefde voor God.

Er zijn vele punten van begin en einde tussen de lange afstand die zich uitstrekt van het begin der 'zekerheid die van kennis komt' tot het eindpunt van de 'zekerheid die van ervaring komt'. Elke stap tussen deze twee punten is zowel een begin als een einde. Zo is bijvoorbeeld volgens velen 'Open mijn borst en doe deze uitzetten' (S20, A25) een einde, terwijl het een begin is, vergeleken met 'Hebben Wij niet uw borst voor U open doen gaan ,' (S94, A1).

Zo is ook voor velen: 'Mijn Heer! Toon mij U zelf, zodat ik U kan bewonderen' (S7, A143) een eindpunt, terwijl het het begin is van het pad dat naar de positie leidt die wordt beschreven in: 'Zijn zicht dwaalde niet, en keek evenmin verkeerd' (S 53, A17). En ook: 'Waarlijk, mijn Heer is bij mij en Hij zal mijn gids zijn.' (S26, A62). Dit betekent dat bewustzijn van de aanwezigheid van God, terwijl het niet vergelijkbaar is met de geestdriftige waarheid of realiteit die is weergegeven in: 'Wees niet bedroefd, want God is bij ons' (S9, A40)

In het begin zijn trouw, geloofskracht en vastbeslotenheid van fundamenteel belang, terwijl plechtigheid, zelfcontrole en beleefdheid de belangrijkste eigenschappen zijn bij het voltooien van de reis. Zij die in het begin hebben gedwaald kunnen niet ver genoeg vorderen terwijl zij die naar het einde toe hebben gedwaald, worden terechtgewezen.

Het is een der belangrijkste bronnen waaruit wilskracht komt, dat een reiziger zich bekommerd toont en gevoelig in het vervullen van zijn verantwoordelijkheden en voortdurend God om bijstand smeekt. Bovendien hangt het voltooien van het pad af van zijn zorg om bijkomende daden en plichten tegenover God te vervullen. Gods Almacht kan dan het oog worden waardoor hij ziet, het oor waardoor hij hoort en de hand waarmee hij Gods hulp grijpt. (Bukhari, Riqaq, 38 / Musnad, 6, 256)

Pin It
  • Aangemaakt op .
Copyright © 2024 Website van Fethullah Gülen. Alle rechten voorbehouden.
fgulen.com is de officiële website van bekende Turkse geleerde en denker Fethullah Gülen.