De Goddelijke Wijsheid In Het Verschillend Scheppen Van Mensen Met Betrekking Tot Hun Voorkomen, Hun Gelaat, Hun Intelligentie, Voorziening En Levensstijl

Sommige mensen vragen zich af waarom God de mensen niet allemaal gelijk heeft geschapen en waarom sommige mensen gevoeliger zijn aan kwalen en gebreken dan anderen. Ook vragen ze zich af waarom God toestaat dat sommige mensen een zwaar en moeilijk leven leiden zonder zelfs de meest elementaire basisvoorzieningen terwijl anderen hun leven in luxe doorbrengen. Deze vraag, behalve een verwijzing naar Bestemming, heeft ook een belang bij het begrijpen van de Goddelijke handelswijze.

We moeten trachten God en Zijn handelswijze te begrijpen

Vooraleer we overgaan tot de discussie over de Goddelijke Wijsheid in de verschillen tussen de mensen moeten we opmerken dat dergelijke vragen voorkomen uit het onbegrip over de manier waarop God werkt en het Wezen van God. Als de moderne mens even sterk verlangde naar het kennen van God dan naar het kennen van een filmster of een voetbalspeler; als hij zich zou wenden tot de bronnen waarui hij enige kennis kon halen over zijn Heer en het universele boek bestuderen overeenstemmend met de richtlijnen die in de Goddelijke Schriften zijn vastgelegd; als hij enige aandacht zou schenken aan de principes die door de Profeet, vzmh, werden gepreekt, om een waarachtig leven te leiden: dan zou hij de immateriële dimensie der dingen kunnen waarnemen en de gebeurtenissen begrijpen doorheen het prisma van zijn bewustzijn. Dan zou hij eveneens al deze vragen die zijn verstand rusteloos bezighouden, niet hoeven te stellen. Nochtans, in een tijd waarin de wetenschappen een verschillende richting volgen dan de religie en een gezonde bezinning wordt vervangen door een mechanisch leven en massa-informatie, zal de moderne mens verder gaan met nog vele andere soortgelijke vragen te stellen en problemen ontmoeten bij het zoeken naar de Schepper.

De gehele schepping is Gods eigendom en Hij beschikt over Zijn bezit zoals Hij dit verkiest

Bij een tweede punt in het begrijpen van de Goddelijke Wijsheid in de 'ongelijkheid' tussen mensen, kunnen we aandacht schenken aan de aanspraak van de mens op eigendom en beschikbaarheid daarvan. Welk is het aandeel van de mens in de brok voedsel die hij in de mond stopt? Om een brok voedsel op onze tafel te krijgen is het bestaan van het hele, uitgestrekte universum nodig. Als een mens het eigendomsrecht en de vrije beschikking kan opeisen over zijn privé-bezit -het universum dus- waarin zijn aandeel en zijn bijdrage zo klein is; waarom zou God, de Schepper en unieke eigenaar van het universum met de menselijke wezens erin, geen vrij gebruik kunnen hebben over Zijn eigendom?

God heeft vele Namen, elk daarvan uit zich op verschillende manieren

De Naam: De Al-Voorzienende, geeft wezens de noodzakelijke bevoorrading voor hun levens, terwijl de Naam: de Al-Helende, de zieken laat genezen. Terwijl meer de Naam: De Al-Antwoordende, God ter hulp komt van de behoeftigen. God waarschuwt de roekelozen met de Naam: de Al-Verontrustende en neemt de angst weg van de angstigen door Zijn Naam: de Al-Geruststellende. als wij alle uitingen van Gods Namen samen bestuderen, kunnen we de schoonheid zien die de variatie meebrengt in het universum en de wijsheid begrijpen in de verschillen die in de schepping tot uiting komen. God doet zichzelf kennen aan ons door de uitingen van al Zijn Namen. De bloemen bijvoorbeeld, glimlachen naar ons als gevolg van de uiting van Gods Namen die uit Zijn Gratie voorkomen. Natuurrampen herinneren ons aan Zijn woede, als de uiting van Zijn Namen die de oorsprong vinden in Zijn Grootsheid.

Alles wat we bezitten, is een zegening van God

In essentie, heeft de mens geen recht om god Almachtig om verantwoording te vragen voor wat Hij geeft of niet geeft. Om te beginnen heeft god van de mens geen levenloos element gemaakt, noch een plant, noch een dier. Ten tweede: zoals er steeds iemand rijker en gezonder als een ander kan zijn, kan er ook steeds iemand armer en zieker dan anderen zijn. Dus, met betrekking tot weelde en gezondheid, moet een mens acht slaan op allen die er erger aan toe zijn dan hijzelf, terwijl met betrekking tot menselijke waarden, zoals eerlijkheid, moraliteit, leergierigheid, altruïsme, waarheidsliefde en vrijgevigheid, hij deze beter tot uiting moet trachten te brengen dan de medemensen.

Veronderstel dat er drie mensen zijn die in geen enkele der basisbehoeften van de mens, genoeg hebben. Veronderstel ook dat een rijke mens aan één van hen een appartement schenkt, aan de tweede een groot, meerdelig huis en aan de derde een paleis. Heeft degene die een appartement heeft gekregen, het recht om aan de schenker te vragen waarom hij niet evenveel kreeg als de tweede of de derde? Zou hij niet eerder dankbaar moeten zijn voor het appartement dat hij gekregen heeft? Op dezelfde manier is alles wat een mens heeft, een geschenk van God. Dus alles wat de mens krijgt, arm of rijk, gezond of kreupel, ziek of gezond, moet in dankbaarheid worden aangenomen, want het komt van God.

De wereld is een testgrond voor de mens

De mens werd naar de aarde gestuurd om een toestand te verwerven, geschikt voor het leven in het Hiernamaals, dit is niet gemakkelijk. Zoals een kleermaker die om een kostuum te maken voor een klant, een rol met stof knipt in de juiste patronen en dan de klant doet neerzitten, rechtstaan en ronddraaien zodat het kostuum kan worden gepast, zo doet God Almachtig de mens 'ronddraaien', in verschillende omstandigheden om deze te 'passen', overeenkomstig de behoeften van het leven in het Hiernamaals. Ook is een mens zoals een rauw mineraal dat moet worden bewerkt bij de ontginning. Net zoals er vele soorten mineralen zijn, van diamant tot steenkool, zo vraagt het sociale leven van de mens ook dat er vele soorten mensen zijn, in gradaties van intellectuele bekwaamheid, fysische kracht en gevoeligheid. Op dezelfde manier als mineralen worden bewerkt en gezuiverd, wordt ook in de mensenwereld, verschillende bewerkingsmethodes toegepast, aangepast aan elk individu. Voor mensen is deze methode nog veeleisender want hun materiaal is complexer, zoals diamant bewerken complexer is dan steenkool bewerken. Voor iedere mens is er een verschillende training om het niveau der voltooiing te bereiken. Dit betekent dat God iedere mens onderwerpt aan verschillende beproevingen en aandoeningen om hem op te heffen tot een toestand die hem geschikt maakt voor het Hiernamaals.

De wereld is een veld dat moet worden ingezaaid om in het hiernamaals te kunnen oogsten

Behalve een testgebied is de wereld voor de mens ook een gebied waar beproevingen heersen. Toen God Adam waarschuwde om niet te eten van de vruchten van de verboden boom, zegde Hij hem:

'Adam, weet zeker dat Satan een vijand is van u en uw vrouw. Sta hem niet toe dat hij u beiden uit het Paradijs verjaagd, zodat gij armoede zult kennen. Gij zijt voortbestemd noch tot honger, noch tot naaktheid, noch tot dorst, noch tot pijniging door de zon.' (Ta Ha, S 20, A117-119)

Dit betekent dat hij in de wereld hongerig en dorstig zou worden en door vele tegenslagen bezocht en uitgeput. Dit moet zo zijn want de wereld is een veld waarin de mens moet zaaien om de vruchten te kunnen plukken in het Hiernamaals. Zij die erop uit zijn om al hun genoegens verwezenlijkt te zien in de wereld moeten zeker diegenen zijn waartoe God zal zeggen, in het Hiernamaals:

'Gij hebt uw goede vermogens verknoeid in uw wereldse leven, en uw genot genomen. Daarom zult gij nu worden vergoed met de straf der vernedering omdat gij trots over de aarde liep zonder er recht op te hebben, en omwille van uw goddeloosheid' (al-Ahqaf, S46, A20)

Terwijl de mensen die de honger hebben verdragen, de dorst en andere soorten beproevingen in deze wereld, omwille van Gods zaak, in het Paradijs zullen worden uitgenodigd en door de engelen zullen worden aangesproken met de woorden:

'Vrede zij met U! Gij hebt goed gehandeld, kom hier binnen om hier voor altijd te verblijven.' (al-Zumar, S39, A73)

'Eet en drink tot uw behoefte helemaal voldaan is, voor wat gij lang geleden hebt gedaan, in voorbije tijden.' (Al- Haqqa, S69, A24)

Hoe meer zegeningen God aan iemand geeft, des te groter is de verantwoordelijkheid

Aalmoezen geven is verplicht voor alle rijken. Zij die blind zijn, gebrekkig of ziek moeten niet strijden voor de zaak van God. Om de uiterste vorm van vroomheid uit te drukken, zijn de woorden van de Profeet Jezus gepast:

'Gij hebt gehoord dat er werd gezegd: Bega geen overspel. Maar ik zeg u: iedereen die met lust naar een vrouw kijkt, heeft reeds in zijn hart overspel gepleegd met haar. Als uw rechteroog u tot zonde verleidt, ruk het dan uit en werp het weg. Het is beter voor u om een deel van het lichaam te verliezen, dan dat uw hele lichaam in de Hel zou worden geworpen. En als uw rechterhand u tot zonde aanzet, hak die dan af en smijt die weg. Want het is beter voor u dat gij een deel van uw lichaam verliest dan dat uw hele lichaam in de Hel wordt gesmeten.' (Mattheus, 5, 27-30)

Daarom weet dus niemand of het beter of voordeliger is van rijk of arm te zijn, gezond of ziek, in verband met wat God zegt in de Qur'an:

'Het kan zijn dat gij iets goed vindt alhoewel het slecht is voor u, en dat gij niet houdt van wat goed is voor u. God wéét, mar gij weet niet.' (Al-Baqara, S2, A216)

Geluk ligt niet steeds in weelde-bezit

Bovendien zijn er veel rijke mensen die niet kunnen genieten van voedsel en drank en die niet de schoonheid van deze wereld evenveel kunnen waarderen als arme mensen doordat ze geen eetlust hebben of ziek zijn. Armoede is evenmin iets om te verlangen en inderdaad, zoals is gesteld door de Profeet Mohammed, vzmh, : in enkele gevallen wordt ongeloof in de armen opgewekt maar meestal niet, zijn de rijken dan gelukkiger dan de armen? Niemand kan stellen dat de mensen in de Middeleeuwen, toen de levensstandaard en de levensverwachtingen lager waren dan nu, ongelukkiger waren dan de moderne mensen. Geluk ligt eerder in de spirituele voldoening dan in het bezit van alle materiele mogelijkheden om aan alle lichamelijke behoeften te voldoen.

Ziekten en aandoeningen zijn de uitzonderingen in een mensenleven

Belangrijk is ook om aan te duiden dat niemand het recht heeft om te klagen over lichamelijke kwalen. Want, vergeleken met de periodes in het leven die zijn doorgebracht in goede gezondheid, comfort en geluk, zijn de momenten waarin men lijdt aan ziekten en aandoeningen, meestal niet de moeite om te vermelden. Bovendien leven we meestal zorgeloos en denken we niet aan de risico's, noch aan de overvloed waar we van genieten. De zon, bijvoorbeeld staat elke morgen op en stuurt ons hitte en licht zonder iets in de plaats te vragen. Bovendien zijn we nooit verstoken van lucht, die zo essentieel is voor onze levens, en we geven er niets voor in de plaats. Ten derde: alle 'natuurlijke' gebeurtenissen die nodig zijn om 'water' uit de lucht te laten vallen gebeuren zonder enige bijdrage van ons. Wat een mens dus moet doen is God dankbaar zijn voor deze en soortgelijke overvloed. De mens kan immers hiervan niets aan zichzelf bezorgen en meestal leeft de mens gelukkig en comfortabel. Beklaag u niet bij God voor de momenten in het leven dat gij ziek of lijdend waart. Klaag niet over het gebrek aan enkele bijkomende zegeningen, die gij niet kunt krijgen.

Het menselijke sociale leven verlangt verschillen tussen mensen

Gelijkheid in materiele voorzieningen, intellectuele en fysische capaciteiten, zou in de maatschappij geen doel moeten zijn want het komt niet overeen met de vereisten van het sociale leven. Verschillen hierin, en in individuele temperamenten, ingesteldheden en voorkeuren, onderhouden de verschillen tussen de menselijke bezigheden, die één der fundamentele elementen is van het menselijke sociale leven. Door deze verschillen hebben de mensen elkaar nodig en veroorzaken wederzijdse, goede relaties. Deze relaties moeten dan wel gebaseerd zijn op rechtvaardigheid en wederzijdse liefde, respect, begrip en zorg. Zij mogen niet worden verder gezet, zoals nu gebeurd, in verdrukking, roof en bedrog. Zij mogen evenmin een diepe kloof scheppen tussen verschillende groepen in de gemeenschap. Volgens Said Nursi (gestorven 1960), een Moslimgeleerde, denker en activist, die in Turkije een belangrijke Islamitische heropleving teweegbracht in de eerste helft van de 20e eeuw; geldt het volgende: De belangrijkste redenen van alle revoluties en opstanden die de laatste eeuwen hebben plaatsgevonden zijn de volgende 2: Het kan mij niet schelen dat anderen omkomen van honger, zolang ikzelf genoeg heb. Gij werkt zodat ik kan eten. De Islam behandelt de eerste houding met het gebod van 'zakat', de voorgeschreven aalmoezen, de hulp aan de armen die verplicht is voor de rijke Moslims zodat de rijkdom kan herverdeelt worden voor de armen en behoeftigen. Islam pakt het tweede probleem aan door het verbod van transacties die intrest meebrengen. Bovendien benadrukt Islam de waarde van bijkomende hulp aan de armen en de behoeftigen en beveelt een gematigd, gedisciplineerd leven aan. De levens van de Profeet, vzmh, en van de rechtgeleide Kaliefen, zijn goede voorbeelden om te volgen, vooral door de Moslim-elite.

Ziekten en aandoeningen hebben meestal gunstige gevolgen

Vooraleer we deze discussie sluiten moeten we aanduiden dat ziekten en aandoeningen meestal goede gevolgen hebben hoe afstotend en pijn lijk ze ook kunnen schijnen. Net zoals het straffen van kinderen soms goede gevolgen kan hebben, door hen te trainen of door het afzetten van een ledemaat die door koudvuur is aangetast, of het bekomen van geneesmiddelen uit slangengif, zo kan het doorstaan van pijn gunstige gevolgen hebben.

Het jagen van de sperwer en de havik draagt bij tot de waakzaamheid van de mus, die daardoor zich traint in het ontwijken van gevaar. Sommigen kunnen schade of verwonding oplopen door regen, elektriciteit of vuur maar dat is geen reden om de elektriciteit, de regen of het vuur te verwensen. Vasten kan moeilijk zijn voor de meeste mensen maar het draagt bij tot energie, activiteit en weerstand van het lichaam. Het immuunsysteem van een kind wordt door een ziekte meestal sterker. Lichaamsoefening is meestal veeleisend maar belangrijk voor de gezondheid en de sterkte van het lichaam. Daarom is het door ziekte, pijn en beproevingen, naast bezinning en gebed, dat de geest van een mens is getraind en versterkt en het niveau verwerft, dat nodig is om het Paradijs te bereiken. Het is Gods gebruik om een grote beloning te geven voor een kleine inspanning. Beproevingen en lijden kunnen een mens bevorderen tot een hoger spiritueel niveau en zal worden vergoed met dergelijke grote vergoedingen in het Hiernamaals, dat geen mens zich dit kan inbeelden. Hiervoor werden de Profeten onderworpen aan de meest verschrikkelijke beproevingen en zij werden gevolgd door heilige mensen en andere gelovigen die allen werden beproefd, overeenkomstig de kracht van hun geloof.

Al deze beproevingen helpen bij het vergeven van de zonden van een gelovige en waarschuwen hem om waakzaam te blijven voor zonden en de verleidingen van Satan en hun eigen lichamelijke zelf. Zij helpen ook dankbaar te blijven voor de zegeningen van God en doen hem de deuren der waardering vinden. Zij sporen ook de rijken en de gezonden aan om bekommerd te zijn om de armen en de zieken. Wie nooit honger lijdt kan niet de omstandigheden begrijpen waarin de hongerigen leven. Wie nooit ziek is geweest weet niet wat de zieken moeten ondergaan. Daarom kunnen al deze tegenslagen nuttig zijn in het versterken van de banden tussen de verschillende groepen in de maatschappij.

Rampen en beproevingen doen de weerstand groeien bij de mensen tegen deze ongemakken en trainen hen in scherpzinnigheid en vooruitziendheid. Zij worden taaier en voorzichtiger. Deze beproevingen vormen ook een maatstaf om de eerlijken en standvastigen te scheiden van diegenen met een zwak karakter, bij het ondersteunen van een doel. Bij natuurrampen zoals overstromingen of aardbevingen, maakt God meestal geen onderscheid tussen de goeden en de slechten, de zondaars en de onschuldigen. Als dergelijke rampen gebeuren, overkomen ze niet alleen de zondaars en de onrechtvaardigen. De betekenis van testen en beproevingen waaraan mensen in deze wereld worden onderworpen, houden deze willekeur in. Nochtans zullen de goeden en de onschuldigen in het Paradijs worden beloond als vergoeding voor deze rampen. Soms lijkt het dat God de goeden en de onschuldigen ook in deze rampen betrekt omdat ze niet voldoende hebben ondernomen om de slechten van zonden te laten afzien.

Wat God ook doet, het is steeds goed ofwel in de daad zelf ofwel in de resultaten ervan. Daarom moeten we steeds Zijn wijsheid trachten te zien achter hetgeen God toelaat te gebeuren: zowel de gunsten die God ons schenkt als de beproevingen waaraan God ons onderwerpt.