Argumenten Voor Goddelijke Eenheid

Eerste argument:

Elk ding, elk wezen in het bestaan toont Gods Eenheid als de duidelijkste waarheid. Beschouw bijvoorbeeld, tussen de ontelbare argumenten voor het bestaan van God en Zijn Eenheid, het leven: 'Hij maakt alles uit één ding en maakt één ding uit vele dingen.' Hij maakt de ontelbare delen en systemen van het dierlijk lichaam uit de bevruchtende, spermadragende vochten en ook uit het eenvoudige water dat wordt gedronken. Daarom is de vorming van alle dingen uit één ding zeker het werk van een Absolute, Al-Machtige Ene. Ook is het de Ene die vele bestanddelen, die in ontelbare verschillende soorten dierlijk en plantaardig voedsel voorkomen, omvormt in perfecte orde en hieruit een unieke huid weeft voor elk wezen. Ook al de verschillende ledematen worden zeker gevormd door de Al-Machtige, absoluut Al-Kennende Ene.

Tweede argument:

Als je de lucht beschouwd, kun je ook Zijn onmiskenbare Eenheid zien. Lucht is een schitterende geleider van ontelbare geluiden, stemmen beelden en andere dingen zoals bliksem enz. Het geleidt dit alles op hetzelfde moment zonder de minste verwarring en zonder elkaar te verstoren. Dit bewijst uitdrukkelijk dat er Ene is, zonder enige gelijke, Die alle dingen heeft geschapen overeenkomstig Zijn wijsheid, hen controleert en stuurt.

Derde argument:

Het universum lijkt op een boom die uit een zaadje is gegroeid. Dit zaadje bevat het volledige programma van de toekomstige, volwassen vorm van deze boom. Dus zijn alle dingen in het universum nauw met elkaar verbonden. Elk deeltje in het lichaam, bijvoorbeeld een deeltje in de pupil van het oog, is verbonden met het oog zelf. Ook is er een verbinding met het hoofd en het voortplantingsvermogen, aantrekking en afstoting, met de aders en de slagaders en met de andere aders, motorische en waarnemingszenuwen, die de bloedcirculatie bedienen en de werking van het lichaam en die ook wederzijdse plichten hebben. Dit toont duidelijk aan wie niet blind is dat het gehele lichaam en elk samenstellend deeltje, het werk is van een Eeuwige, Al-Machtige Ene en onder Zijn bevel werkt.

Een luchtmolecule kan elke bloem en elke vrucht bezoeken. Het kan er ook in binnengaan en een taak uitvoeren. Indien het niet was onderworpen aan, en werkzaam onder, het bevel van een Absoluut, Al-Machtige Ene, dan zou deze ronddwalende luchtmolecule zelf alle systemen en structuren van alle bloemen moeten kennen. Ook de vorming van alle vruchten en hoe zij zijn samengesteld, tot aan hun uitwendige vormen. Daardoor toont deze molecule de lichtstralen van de Goddelijke Eenheid, zoals ook de zon dat doet. Je kunt de werking van licht, aarde en water met die van lucht vergelijken.

In elke gebeurtenis zijn de originele bronnen der dingen werkzaam; waterstof, zuurstof, koolstof en stikstof volgens de wetenschap: zij vormen water, aarde, lucht en licht.

De zaden van alle bloem- en vruchtdragende planten hebben dezelfde samenstelling: koolstof, stikstof, zuurstof en waterstof. Zij verschillen alleen van elkaar in het verschil der programmatie die hun verwekker in hen heeft vastgelegd door Goddelijke Beslissing. Als we al deze verschillende zaden, de een na de ander, in een bloempot plaatsen die met aarde is gevuld, als deze aarde is samengesteld uit bepaalde of bijzondere elementen, dan zal elke plant verschijnen in de wonderlijke vorm en afmeting en de verbazingwekkende delen die typisch zijn voor deze plant. Indien deze delen niet waren onderworpen aan en gestuurd door Ene Die elk ding kent met al zijn kenmerken, structuren en levensverloop, en in staat is om alles te voorzien met een vorm die erbij past, met alles wat noodzakelijk is, aan Wiens Macht alles is onderworpen zonder de minste weerstand dan is er één der 2 volgende verklaringen de juiste: Ofwel is er in elk deeltje een onzichtbare kracht aan het werk, zoals hierboven beschreven, allesbepalend, tot in de toekomst; ofwel heeft elk van deze planten een volledige en allesomvattende kennis en de kracht om zichzelf te vormen. Deze tweede mogelijkheid betekent dat, indien de band der wezens met de Almachtige God wordt verbroken, het noodzakelijk wordt om evenveel goden te aanvaarden als er levende wezens en zelfs deeltjes zijn in het universum. Dit is de meest onbegrijpelijke bijgelovigheid.

Bovendien zijn er in elk deeltje twee bijkomende berouwbare getuigen voor het noodzakelijk bestaan en Eenheid van de Maker: ondanks zijn absolute machteloosheid is ieder deeltje in staat om een groot aantal verschillende en belangrijke taken uit te voeren. En ondanks de levenloosheid toont ieder deeltje een universeel bewustzijn door te handelen in overeenstemming met de universele orde. Dit betekent dat ieder deeltje getuigt, doorheen de eigen machteloosheid, van het noodzakelijk bestaan van de Absolute Al-Machtige Ene. Door te handelen in overeenstemming met de orde in het universum, getuigt het ook van Gods eenheid.

Vierde argument:

Tussen alle levende wezens, is de mens duidelijk een universum in miniatuur en een vrucht van de boom der schepping en een zaad van deze wereld, hij bevat uittreksels van de meeste levenssoorten. De mens is als een druppel, gedestilleerd uit het hele universum, met de meest subtiele en gevoelige balans. Dit betekent: door dit levend wezen te scheppen en er de Heer over te zijn, is er vrije beschikking over het hele universum nodig.

Wie zich dus niet heeft verloren in grillen en begoochelingen zal begrijpen dat bijvoorbeeld, om een bij te maken, zo'n klein wezen, om in een mens, bijvoorbeeld, de meeste kenmerken van het universum in te schrijven, is overduidelijk de stempel nodig van de Schepper van alle dingen en de Al-Majestueuze Heer van het universum. Deze vat in één punt, bijvoorbeeld een klein vijgzaadje, het programma van de hele vijgenboom samen. Deze toont in het hart van de mens, de werken van al de Goddelijke Namen, die zich uiten in het hele universum. Deze registreert in het menselijk geheugen, dat zich situeert op een plaats zo klein als een linze, genoeg 'geschriften' om een bibliotheek te vullen. Deze vat in één lijst alle gebeurtenissen in de kosmos samen.

Vijfde argument:

Het leven in het hele universum toont een symfonie van wederzijdse hulp. Zoals al de leden, organen en systemen, zelfs de cellen, van een levend dierenlichaam, zo ook helpen en ondersteunen alle delen van het universum elkaar. Bijvoorbeeld: voor één enkele appel tot bestaan te laten komen, gaan aarde, water, de lucht, de zon zelfs alle delen van het universum, hand in hand en werken ze samen. Zoals de delen van een fabriek of de bouwstenen van een paleis, ondersteunen schepsels elkaar, snellen elkaar te hulp en werken samen om elkaars behoeften te voorzien. In een perfecte ordening werken ze samen ten dienste van levende wezens. Elementen in de aarde komen de planten ter hulp, zij dienen hun geboorte en onderhouden hun leven. De meeste dieren leven van planten en de mens leeft van planten en dieren. Zo vormen deze elementen de basis van de fysieke samenstelling van levende wezens.

Waarlijk, handelend in overeenstemming met de regel der wederzijdse hulp, die in het hele universum wordt toegepast, toont alles aan iedereen die niet helemaal blind is, dat zij handelen doorheen de kracht van een enkele, Meest Voorzienende Opwekker en op het bevel van één enkele, Meest Wijze Beheerder. Vanuit de zon en de maan, nacht en dag, winter en zomer komen planten de behoeftige en hongerige dieren helpen. Dieren haasten zich om de zwakke, behoeftige mensen te helpen. Zelfs de voedzame bestanddelen haasten zich om kwetsbare en hulpeloze kinderen te helpen en vruchten en voedseldelen bewegen zich om de lichaamscellen bij te staan.

Zesde argument:

De universele voorzienigheid en voorkeur, die in de universele wijsheid is begrepen, is duidelijk aanwezig in de doelbewuste schepping van dingen. De omvattende genade blijkt duidelijk uit de voorzienigheid. Het universele levensonderhoud, verlangd door deze genade, om alle levende wezens te voorzien van het voedsel dat ze nodig hebben, vormt een zegel van Goddelijke Eenheid, zo schitterend dat iedereen, die zijn waarnemingsvermogen niet helemaal is kwijtgeraakt en nog kan nadenken, dit zal zien en begrijpen.

Zoals een individueel wezen dat bijstand nodig heeft om zijn leven te onderhouden, zien we dat alle schepsels, vooral de levende, universele of bijzondere, in hun geheel of in hun delen, vele vragen en behoeften hebben. Zowel materiele als andere vragen, voor hun bestaan, hun leven en het onderhoud ervan. Zij hebben die dingen nodig en, alhoewel ze die niet door eigen vermogen kunnen bekomen, zien we dat al hun behoeften, materieel en immaterieel, worden vervuld op een manier en vanuit een plaats die zij niet verwachtten. Als dit in een perfecte orde gebeurt, op het juiste moment, in een geschikte vorm dan is dit door perfecte Wijsheid. Doen deze verlangens en behoeften van schepsels en de manier waarop hulp en vervulling worden geboden, niet zonneklaar verwijzen naar een Al-Wijze Voeder of Majesteit, een Alomvattende Voorziener van Genade?

Zevende argument:

Beschouw de zon; van de planeten tot waterdruppels, tot glassplinters en sneeuwvlokken, is er een duidelijke weerkaatsing te zien van de zonnestralen. Als gij niet de kleine zonnetjes aanvaardt die duidelijk zijn in deze ontelbare dingen, als de uitingen en weerkaatsingen van de zon, dan zult gij de absurditeit op uw weg vinden van het aanvaarden van het echte bestaan van een zon in elke waterdruppel en in elke glassplinter en doorzichtig voorwerp, dat het zonlicht weerkaatst.

Als dus deze beelden en weerkaatsingen niet aan de zon worden toegeschreven, noch de vele kleuren van de bloemen, dan zal het noodzakelijk zijn om het bestaan te aanvaarden van ontelbare zonnen die de éne vervangt. Dit is de meest onwezenlijke bijgelovigheid. Op dezelfde manier is het noodzakelijk om ,in plaats van één God, evenveel goden te aanvaarden als er deeltjes zijn in het universum, als niet alles aan de Ene God wordt toegeschreven. Dit is ten prooi vallen aan de graad van het aanvaarden van een honderdvoudige absurditeit.

Achtste argument:

God wekt in de lente en in de zomer honderdduizenden soorten planten en dieren tot leven in al hun verscheidenheid en bijzonderheid, in perfecte ordening en scheiding tussen de soorten temidden van onbeperkte vermenging en verwarring. God 'schrijft in', op het aardoppervlak, de individuele leden van honderdduizenden verschillende soorten samen , zonder enige fout, onvolledigheid, vergissing of gebrek. Dit in de bestuitgebalanceerde, bestgeordende, best gevormde manier en perfecte verschijning. Dit duidt noodzakelijk op de Ene Majesteit, een Almachtige Ene Perfectie, een Al-Wijze Ene van Gratie en Schoonheid, Ene die een oneindige Macht heeft, een allesomvattende Kennis en een Wil die in staat is om het hele universum te beheren.

Beschouw ook de verbazingwekkende Goddelijke werken op het aardoppervlak in de lente en de zomer. Want deze activiteit is absoluut uitgebreid, en daarnaast ook snel, naast de snelheid is die ook vrij en overvloedig. Naast deze vrijheid, in absolute ordelijkheid uitgevoerd, is de meest perfecte schoonheid of kunst zichtbaar in de meest perfecte geschapen vorm. Daarom is het een dergelijk zegel dat slechts Een met een oneindige kennis en macht, kan opleggen. Dit zegel behoort zeker toe aan Een Die, alhoewel Hij 'nergens' is, overal aanwezig is en overal alles ziet. Niets is verborgen voor Hem, noch moeilijk. In verhouding tot Zijn Macht, zijn de sterren en de stofdeeltjes gelijk.

Negende argument:

De zaden die in een veld worden ingezaaid tonen dat zowel het veld en de zaden ter beschikking van dezelfde eigenaar zijn. Op dezelfde manier zijn de fundamentele elementen van het leven zoals aarde, water en lucht, universeel en over&al aanwezig ondanks hun eenvoud. Elk daarvan heeft overal dezelfde aard. De planten en dieren die overal worden aangetroffen zijn verschillend en toch hebben zij in essentie dezelfde natuur tegenover de verschillende levensomstandigheden. Dit toont aan dat zij ter beschikking staan van één enkele mirakeluitvoerende Maker. Elke bloem, elke vrucht en elk dier is een stempel, een zegel en een handtekening van deze Maker. Waar zij ook worden gevonden, verkondigen zij in de taal van hun wezen: 'Wiens stempel ik draag, daarvan getuig ik, het resultaat te zijn'. 'Wiens handtekening ik draag, daarvan is het land dat ik bewoon'. 'Wiens zegel ik draag, daarvan is deze plaats een uitvloeisel. Dat betekent dat alleen de Ene die alle elementen in de greep van Zijn Macht houdt, de minste der schepsels kan onderhouden en bezitten. Wie niet blind is kan zien dat alleen de Ene die Heerschappij uitoefent over alle planten en dieren, de eenvoudigste onder hen kan bezitten, onderhouden en regeren.

In de taal van gelijkenis met de taal van andere individuen, zegt elk wezen: Alleen één die mijn soort bezit kan mijn eigenaar zijn, anders geen.' In de taal van het verspreiden over het oppervlak van de aarde, samen met andere soorten, zegt elke soort: 'Slechts wie het hele aardoppervlak bezit, kan onze eigenaar zijn, anders geen.' In de taal van het gebonden zijn aan de zon, samen met andere planeten; en van zijn wederzijdse relaties met de hemelen, zegt de aarde: 'Alleen wie al deze planeten bezit, kan mijn eigenaar zijn, anders geen'. Indien appelen bewustzijn zouden hebben en iemand één van hen zou aanspreken met de woorden:' Gij zijt mijn kunstwerk.', dan zou deze appel antwoorden: 'Spreek niet op die manier, wees stil! Als gij in staat zoudt zijn om alle appelen ter wereld te vormen, als gij dan ook nog vrij zoudt beschikken over alle fruitbomen der aarde en ook de eigenaar zijn van alle gaven die de Genadige Ene liet toekomen, uit de schat der Genade, met hele scheepsladingen tegelijk: alleen dàn zoudt gij u mijn meester kunnen noemen.'

Tiende argument:

Omdat, zoals eerder is uitgelegd, de ondeelbare vruchten van een boom afhankelijk zijn van één groeiwet, uit één centrum, zijn zij even eenvoudig en economisch tot groei te brengen als één enkele vrucht. Anders gezegd: de veelheid van centra die nodig zijn voor één vrucht vergen evenveel ontbering, besteding en uitrusting als voor een hele boom. Het vervaardigen van de militaire uitrusting voor één enkele soldaat heeft dezelfde voorzieningen nodig dan die om een heel leger uit te rusten. Dit betekent dat als één enkel resultaat dat verband houdt met vele individuen, afhangt van vele centra, dan duiken er evenveel moeilijkheden op als het aantal betrokken individuen. Daarom ontspringt het buitengewone gemak van leven, dat duidelijk te zien is bij alle soorten, uit de eenheid.

De overeenkomst en gelijkenis in basissamenstelling tussen al de exemplaren van één soort en al de onderverdelingen van een geslacht, bewijzen dat zij het werk zijn van één enkele Maker. Zij zijn 'ingeschreven' met dezelfde pen en dragen dezelfde stempel. Ook is het absolute gemak, waarmee zij geboren worden, de afwezigheid van problemen, vergen als noodzakelijk en onvermijdelijk, dat zij het werk van Een Maker zijn. Anders zouden er problemen opduiken, zo erg dat een welbepaald geslacht niet zou kunnen bestaan en tot uitsterven voorbestemd zijn.

Om samen te vatten: Indien ze worden toegeschreven aan de Almachtige God, worden alle zaken zo eenvoudig als één enkel ding. Indien ze echter aan oorzaken zouden worden toegeschreven, wordt één enkel ding zo moeilijk als alles. Omdat dit zo is, heeft de buitengewone doelmatigheid en het gemak dat in het universum kan worden waargenomen, het zegel de Eenheid, zoals de zon. Ook de eindeloze overvloed voor onze ogen wijst hierop. Indien de vruchten die we in overvloed bezitten, met zo weinig moeite, niet het eigendom van de Ene zouden zijn, dan zouden we zelfs niet één granaatappel te eten hebben, zelfs al betaalden we met de hele wereld. Het vergt de doelmatige en bewuste samenwerking van vele en universele elementen als aarde, lucht, water en het licht en de hitte van de zon en de zaden, om groei mogelijk te maken. Zij zijn allen onbewust en handelen in de beschikking van een Enkele Maker, Die de Almachtige God is. De prijs voor één enkele granaatappel of enig ander fruit, is het hele universum.

Elfde argument:

Zoals het leven, dat de Goddelijke Genade vertoont, een argument en bewijs is voor de Goddelijke Eenheid, zelfs een soort uiting hiervan, zo is ook de dood, die de Goddelijke Majesteit toont, een argument en een bewijs voor de Goddelijke Eenheid. Bijvoorbeeld -de hoogste vergelijking is die van God- door het beeld van de zon en het licht te tonen, glinsteren de bruisende waterdruppels op een machtige rivier in de zon en doorschijnende voorwerpen glinsteren op het aardoppervlak. Zij getuigen van het bestaan van de zon. Ondanks de tijdelijke verdwijning van de glinstering, als bijvoorbeeld de rivier onder een brug doorloopt, getuigt de schitterende voortgang van de uitingen van de zon en de ononderbroken vertoning van zijn licht op de opeenvolgende groepen van bruisende waterdruppels, van de kleine afbeeldingen van de zon. De lichten die verschijnen en dan verdwijnen, schitteren en wegsterven, dan weer vernieuwd worden, zijn een uiting van een volhoudende, voortdurende éne zon. De glinsteringen gaan verder met zichzelf te uiten van bovenaf. Daarom zijn deze sprankelende waterdruppels, die door hun verschijning het bestaan van de zon demonstreren, het bewijs van de bestendigheid der zon en de eenheid doorheen verdwijning en opheffing.

Op dezelfde manier, zijn de wezens die zich in een voortdurende stroming bevinden, de getuigen door hun bestaan en leven van de noodzakelijke Eenheid en bestaan van het Noodzakelijk Bestaand Zijnde. Zij getuigen van Zijn Eenheid, Eeuwigheid en Blijvendheid door hun aftakeling en dood. De schone, fijnzinnige schepsels die worden vernieuwd en opgeëist, doorheen de afwisseling van dag en nacht, zomer en winter, het voorbijgaan van eeuwen en tijdperken, zij getuigen zeker van het Bestaan, Eenheid en Blijvendheid van een Verheven, Voortdurend Zijnde, met een blijvende uiting van schoonheid. Ook de aftakeling en de dood van deze wezens, samen met de duidelijke oorzaak van hun levens, toont aan dat de materiele en immateriële oorzaken niets méér zijn dan een sluier. Dit is een feit dat op een beslissende manier aanduidt dat deze kunsten, deze inschrijvingen en deze uitingen, de voortdurend vernieuwde kunsten en veranderende inschrijvingen, de bewegende spiegels zijn van een Al-Mooie Ene Majesteit.

Twaalfde argument:

Bijvoorbeeld: het perfecte ontwerp en versieringen van een perfect paleis toont achter de uiterlijkheid de perfecte daden van een meester-bouwer. Dit toont dan weer de perfectie van de titels van deze meester-bouwer, die zijn rang aanduiden. De perfectie van de titels duidt op de perfectie van de kenmerken van de meester-bouwer die de oorsprong van zijn kunst zijn. De perfectie van de kunst en de kenmerken toont de perfecte bekwaamheden aan en de essentiële capaciteit van die meester. De perfectie van deze essentiële capaciteiten en bekwaamheden duiden de perfectie van de essentiële natuur van de meester aan.

Op dezelfde mannier duiden de perfecte werken in het universum, deze kunst der goede ordening van alle levende wezens, noodzakelijk op de perfecte kunst van een Handelende, Machtige Maker. De perfectie van deze daden duiden op de perfectie van de Namen van deze Majestueuze Maker. Deze perfectie duidt dan weer noodzakelijkerwijs op de perfecte Kenmerken van de Majestueuze Ene, door Zijn Namen gekend. De perfectie van de Kenmerken is een zekere aanduiding en getuigenis van de perfectie van de essentiële capaciteit en kwaliteit van de Perfecte Ene die door deze Kenmerken wordt aangeduid. De perfectie van de essentiële kwaliteit en capaciteit duidt met absolute zekerheid op de perfectie van de Ene die deze capaciteit en kwaliteit heeft. Alle soorten perfectie, die doorheen het universum worden waargenomen zijn slechts de tekens van Zijn Perfectie, de aanduidingen van Zijn Majesteit, de toespelingen op Zijn Schoonheid, in de vorm van bleke, zwakke schaduwen vergeleken met Zijn  Perfecte Realiteit.