De hogescholen en de dialogen tussen beschavingen

Een gevolg van het succes van deze scholen is dialoog tussen beschavingen die voortkomt uit een kring van bescheiden en zelfopofferende mensen. Deze scholen streven ernaar om via hun lessen en personeel mensen uit verschillende religies, culturen en beschavingen tot gemeenschappelijke visies te brengen. Ze leggen de hoeksteen en basis voor de dialoog. Omdat ze mensen opleiden met consequent morele, humane en sociale waarden die de diversiteit omarmen, realiseren deze scholen een uitgebreide infrastructuur voor de toekomstige dialoog tussen beschavingen. Iemand die in harmonie leeft met de vele culturele verschillen, is het stevigste basiselement voor een cultuur van verbinding. Het feit dat iemand openstaat voor verschillende culturen en voor diversiteit, bekent niet dat hij vervreemdt van zijn eigen oorsprong. Zowel verbinding als dialoog verwijzen naar een brede gemeenschappelijke sociale ruimte die mensen de gelegenheid biedt samen te leven op basis van wederzijds respect, zonder daarbij het bestaansrecht van het individu uit het oog te verliezen. Anders kan er geen sprake zijn van volledige deelname. In dit opzicht zijn economische en sociale exploitatie, en culturele gelijkheid, absoluut tegengesteld aan de doelen van dialoog en verbinding.

Ondanks onze zorgen krijgen we te maken met een uitgebreid web van verbindingen die ons zijn opgelegd door de 'globalisering'. Globalisering heeft in elk opzicht pluralisme veroorzaakt en laten toenemen, en heeft 'de ander', wat staat voor het summum van onze angsten, naar de deuropening begeleid van ons traditionele, religieus-nationale systeem. Dit proces is op directe en indirecte wijze van invloed op ons allemaal en op al onze sociale relaties. We zouden zonder vijandigheid, crisis of conflict, via een levensvatbaar programma, de verschillende culturen opnieuw moeten definiëren. Anatolië heeft niet alleen op politiek en etnisch vlak, maar ook op cultureel en sociaal terrein, een mozaïek aan beschavingen gevormd. Waar het concept van een mozaïek normaalgesproken veelvuldig op politieke en ideologische onrust en angst stuit, is Anatolië één van de zeldzame geografische gebieden in de geschiedenis geweest die een cultuur van dialoog heeft weten voort te brengen. Ten aanzien van dialoog en tolerantie zijn wijze mannen als Yesevi, Rumi en Yunus, die stuk voor stuk de belichaming waren van dialoog en tolerantie, de bronnen waaruit deze hogescholen inspiratie en begeleiding putten. De hogescholen laven zichzelf aan deze bronnen. Waar ze ook naartoe gaan met hun vele leraren, zij dragen deze bezieling. Daarom wordt deze beweging door sommige mensen ook wel omschreven als de manifestatie van het moderne Turkse humanisme.

In het Westen plaatste menigeen deze beweging binnen het Turkse soefisme. Hoewel noch 'soefisme' noch 'humanisme' de lading van de hogescholen volledig dekken, klopt het dat zelfopoffering, oprechtheid en transcendente menselijke waarden typische kenmerken zijn van het soefisme en het humanisme.[1] Het onderwijssysteem van de hogescholen richt zich echter op een groter segment van de maatschappij, en op de fundering van kennis. Daarentegen refereren zowel het soefisme als het humanisme aan nauwe en stagnerende methoden. Over het algemeen kan gezegd worden dat het soefisme aardse en technologische vooruitgang verwerpt. In dat opzicht creëert het een eenzijdige relatie tussen materie en ziel. Het humanisme heeft weinig wilskracht ten opzichte van sociale processen; de mens staat passief tegenover de maatschappij en haar gebeurtenissen. Het onderwijssysteem van deze scholen gaat ervanuit dat een mens maatschappelijk ondernemend en actief is. De scholen hanteren een model dat evenwicht nastreeft tussen de materiële en spirituele wereld, zonder een van beide tekort te doen, om zo een actieve methode te creëren die de verantwoordelijkheid kan dragen van maatschappelijke en culturele dialoog.

Er kan ongetwijfeld veel gezegd worden over de filosofische en ideologische basis van de scholen. We dienen in ons achterhoofd te houden dat we geconfronteerd worden met een systeem waarin daadkracht vóór ideeën en intellectuele ontwerpen gaan. Het is volgens mij noodzakelijk om dit te benadrukken, omdat intellectuele en geestelijke beschouwingen en definities vaak niet helemaal overeenkomen met de praktijk. In een ideologisch of mentaal kader, zal de sociale benadering van de beweging wellicht een grote impact hebben die de grenzen van dit kader ver zal overschrijden. Een filosofisch kader dat vandaag is geschetst, kan morgen al niet meer van toepassing zijn, omdat het sociale leven steeds tot nieuwe ontwikkelingen kan leiden. Daarom kan er beter gekeken worden naar de onderwijsactiviteiten van deze beweging tegen het licht van haar sociale praktijk, dan te kijken vanuit het bekrompen perspectief van verfijnde, bevroren filosofische en ideologische concepten.

Noot[1] Voor een zinvolle analyse, zie Zeki Saritoprak, 'Fethullah Gülen: A Sufi in His own Way', in Turkish Islam and the Secular State: The Gülen Movement, geredigeerd door Hakan Yavuz en John Esposito, NY: Syracuse University Press, 2003.