Onderwijs van de wieg tot het graf

Onderwijs van de wieg tot het graf

Introductie

De voornaamste taak en zin van het menselijk leven is het streven naar begrip. De poging daartoe, welbekend als onderwijs, is een perfectionerend proces waardoor we, in spirituele, intellectuele en fysieke dimensies van ons wezen, de rang verwerven die ons is toegewezen als het volmaakte model van de schepping. Bij de geboorte, het begin van de aardse fase van onze reis van de wereld van de geesten naar de eeuwigheid, zijn we volledig machteloos en behoeftig. De meeste dieren daarentegen, komen in de wereld alsof ze op voorhand al volwassen of geperfectioneerd zijn. Binnen een paar uren of dagen of maanden leren ze alles wat nodig is om te overleven en ze leren hoe ze zich verhouden tot hun omgeving en tot andere wezens. Mussen of bijen bijvoorbeeld, bereiken de volwassenheid en verwerven alle fysieke en sociale vaardigheden die ze nodig hebben binnen 20 dagen; wij hebben 20 jaar of meer nodig om een vergelijkbaar niveau van volwassenheid te verwerven.

We worden hulpeloos geboren evenals onwetend van de wetten des levens en we moeten huilen om de hulp die we nodig hebben te verkrijgen. Na ongeveer een jaar kunnen we op onze voeten staan en kunnen we een beetje lopen. Als we een jaar of 15 zijn, wordt er van ons verwacht dat we het verschil hebben begrepen tussen goed en kwaad, het nuttige en het schadelijke. Het kost ons echter ons hele leven om intellectuele en spirituele perfectie te verwerven. Onze voornaamste taak in het leven is om perfectie en zuiverheid in ons denken, onze opvattingen en ons geloof te verwerven. Door onze plicht van dienstbaarheid aan de Schepper, de Ondersteuner en de Beschermer te vervullen en door het mysterie van de schepping met behulp van onze vermogens en competenties te doorgronden, streven we ernaar om de rang van ware humaniteit te bereiken en om een zalig, eeuwig leven in een andere, verheven wereld waardig te zijn.

Onze aangeboren vermogens en onderwijs

Sinds de tijd van Ibn Miskawayh (932-1030), zijn de menselijke vermogens of “de menselijke drang” behandeld in drie categorieën: rede, woede en lust. Rede omvat al onze vermogens tot conceptie, verbeelding, calculatie, herinnering, leren enzovoort. Woede omvat ons vermogen tot zelfverdediging, dat door islamitische jurisprudentie is gedefinieerd als datgene dat nodig is om ons geloof en onze religie, onze geestelijke gezondheid, onze bezittingen, ons leven en onze familie en andere heilige waarden te verdedigen. Lust is de naam voor de drijvende kracht van onze dierlijke lusten: uitgedost voor de mensheid is de passionele liefde voor het verlangen naar het andere geslacht en het nageslacht; voor opgepotte schatten van goud en zilver; voor gebrandmerkte paarden, vee en plantages; voor allerlei soorten wereldse zaken (3:14).

Deze driften worden ook gevonden in andere schepsels. Maar, of het nu in hun verlangen, intelligentie, of vastbeslotenheid om het leven en het territorium te verdedigen ligt, deze driften zijn in alle wezens gelimiteerd behalve in de mens. Ieder van ons is uniek begiftigd met een vrije wil en de daaruit voortvloeiende verplichting om onze krachten te disciplineren. Deze strijd om discipline bepaalt onze mensheid. In combinatie met elkaar en met de omstandigheden uiten we onze vermogens vaak in jaloezie, haat, vijandschap, hypocrisie en uiterlijk vertoon. Deze vermogens moeten ook worden gedisciplineerd.

Mensen bestaan niet alleen uit lichaam en geest. Ieder van ons heeft een ziel die vervulling nodig heeft en zonder welke we het ware geluk en perfectie niet kunnen vinden. Geestelijke vervulling is alleen mogelijk door de kennis van God en het geloof in Hem. Besloten in de natuurlijke wereld, kunnen onze eigen specifieke lichamelijke persoon, tijd en plaats worden ervaren als een kerker. We kunnen eraan ontsnappen door geloof en regelmatige aanbidding en door af te zien van uitersten wanneer we gebruik maken van onze vermogens of krachten. We moeten er niet naar streven onze driften te vernietigen, maar om onze vrije wil te gebruiken om ze te bevatten en te zuiveren, om ze te kanaliseren en ze te dirigeren richting de deugd. Er wordt bijvoorbeeld niet van ons verwacht dat we lust elimineren, maar dat we de lust vervullen door voortplanting. Geluk ligt in het beperken van onze lust tot de wettelijke grenzen van fatsoen en kuisheid, niet in het ons bezighouden met losbandigheid en verspilling. Op dezelfde manier kan jaloezie worden gekanaliseerd in emulatie die vrij is van wrok, hetgeen ons inspireert om te wedijveren met hen die uitblinken in goedheid en goede daden.

Het toepassen van de juiste discipline op onze rede resulteert in de verwerving van kennis en uiteindelijk in de verwerving van inzicht of wijsheid. Zuivering en training van woede leidt tot moed en verdraagzaamheid. Het disciplineren van onze passie en ons verlangen resulteert in het ontwikkelen van onze kuisheid.

Als over elke deugd wordt gedacht als het middelpunt van een cirkel en elke beweging bij dat middelpunt vandaan als een ondeugd word gezien, wordt de ondeugd groter als we ons verder bij dat middelpunt vandaan bewegen. Elke deugd heeft daarom talloze ondeugden, omdat er slechts één middelpunt in een cirkel is, maar een oneindig aantal punten eromheen. Het is irrelevant in welke richting de afwijking plaatsvindt omdat een afwijking van het middelpunt, in elke mogelijke richting, een ondeugd is.

Er zijn twee uitersten die verband houden met elke morele deugd: tekort of overdaad. De twee uitersten die zijn verbonden met wijsheid zijn stommiteit en bedrevenheid. Voor moed zijn het lafheid en onbezonnenheid en voor kuisheid zijn het lethargie en ongecontroleerde lust. Dus de volmaaktheid van een persoon, de uiteindelijke zin van ons bestaan, ligt in het handhaven van de voorwaarde van balans en gematigdheid tussen de twee uitersten die verband houden met elke deugd. Ali ibn Abi Talib heeft naar verluid gezegd:

“God heeft engelen gekenmerkt met intellect zonder seksueel verlangen, passie en woede, en dieren met woede en verlangen en zonder intellect. Hij verhief de mensheid door de mens al deze kwaliteiten te verlenen. Dus, als het intellect van een persoon zijn of haar verlangen en wreedheid domineert, stijgt hij of zij naar een positie boven die van engelen, omdat deze positie is verworven door een mens ondanks het bestaan van belemmeringen waardoor engelen niet worden gekweld.”

De ware betekenis van waarde en onderwijs

Educatie door leren en door het leiden van een prijzenswaardige manier van leven is een verheven plicht die de Goddelijke Naam Rabb (Opvoeder en Ondersteuner) zichtbaar maakt. Door de plicht te vervullen, bereiken we de rang van ware mensheid en worden we een nuttig element in de samenleving.

Educatie is essentieel voor zowel samenlevingen als individuen. Ten eerste is de mensheid direct evenredig aan de zuiverheid van onze emoties. Hoewel degenen die vol zitten met slechte gevoelens en van wie de zielen zijn beïnvloed door egoïsme, eruit zien als mensen, is het de vraag of ze dat ook daadwerkelijk zijn. Bijna iedereen kan succesvol zijn in fysieke training, maar slechts weinigen kunnen hun geest en gevoel onderwijzen. Ten tweede is het verbeteren van een gemeenschap wel mogelijk door de komende generaties te verheffen tot de positie van de mensheid, en niet door de slechteriken te vernietigen. Tenzij het zaad van religie, traditionele waarden en historisch bewustzijn door het hele land ontkiemt, zullen nieuwe slechte elementen onvermijdelijk opgroeien op de plek van elk slecht element dat is uitgeroeid.

De toekomst van een land hangt af zijn huidige jeugd. Mensen die hun toekomst veilig willen stellen zouden evenveel energie moeten aanwenden met betrekking tot het opvoeden van hun kinderen als de hoeveelheid energie die ze wijden aan andere zaken. Een land dat zijn jeugd in de steek laat, dat hen overlaat aan buitenlandse culturele invloeden, brengt de identiteit van de jeugd in gevaar en is onderworpen aan culturele en politieke zwakte.

De redenen voor de ondeugden die we zien in de hedendaagse generatie, evenals de incompetentie van sommige bestuurders en andere landelijke problemen, liggen in de heersende voorwaarden en heersende elite van 25 jaar geleden. Zo zijn degenen die belast zijn met de opvoeding van de hedendaagse jongeren verantwoordelijk voor de ondeugden en deugden die over 25 jaar voorkomen. Degenen die de toekomst van een land wensen te voorspellen kunnen dat correct doen door volledige inachtneming van de educatie en de opvoeding van de jongeren van dat land. Het ‘echte’ leven is alleen mogelijk door kennis. Dus, degenen die studie en onderwijs verwaarlozen zouden als ‘dood’ moeten worden beschouwd, ook al zijn ze levend, omdat we zijn geschapen om te leren en om hetgeen we geleerd hebben door te geven aan anderen.

Goede beslissingen hangen af van het hebben van een gezonde geest en van het in staat zijn om verstandig te denken. Wetenschap en kennis verlichten en ontwikkelen het verstand. Een geest die is verstoken van wetenschap en kennis, kan daarom geen goede beslissingen nemen, wordt altijd blootgesteld aan bedrog en is onderhevig aan misleiding.

Wij zijn pas ware mensen als we leren, onderwijzen en anderen inspireren. Het is moeilijk om degenen die onwetend zijn en die geen verlangen hebben om te leren als ware mensen te beschouwen. Het is ook twijfelachtig of geleerde mensen die zichzelf niet vernieuwen en hervormen om zich als voorbeeld te stellen voor anderen, ware mensen zijn. Status en merites, verworven door kennis en wetenschap, zijn hoger en langduriger dan status en merites die zijn verworven op andere manieren.

Gezien het grote belang van studie en onderwijs moeten we bepalen wat er geleerd en onderwezen moet worden en wanneer en op welke manier. Ondanks het feit dat kennis een waarde in zichzelf is, is het doel van onderwijs om van kennis een leidraad in het leven te maken en om kennis de weg te laten verlichten naar menselijke verbetering. Derhalve is elke kennis die niet bestemd is voor de eigen persoon, een last voor de leerling, en is een wetenschap die iemand niet leidt naar verheven doelen, een deceptie.

Maar kennis die is verkregen voor een juist doel is een onuitputtelijke bron van zegeningen voor de leerling. Degenen die zo’n bron bezitten, worden altijd door andere mensen opgezocht, als een bron van fris water, en ze leiden mensen naar het goede. Kennis die is beperkt tot lege theorieën en niet geabsorbeerde leerstukken, welke argwaan wekt in geesten en harten verduistert, is een “berg rotzooi” waaromheen wanhopige en verwarde zielen kronkelen. Daarom zouden wetenschap en kennis moeten proberen de aard van de mensheid en de mysteries rond de schepping te ontdekken. Alle kennis, zelfs “wetenschappelijke” is alleen “ware kennis” als het een licht werpt op de raadselen van de menselijke natuur en op de donkere delen van het bestaan.

Familie, school en omgeving

Mensen die hun toekomst willen waarborgen kunnen niet onverschillig staan tegenover de manier waarop hun kinderen worden opgevoed. De familie, school, omgeving en massamedia zouden moeten samenwerken om het gewenste resultaat te verzekeren. Tegenovergestelde stromingen tussen deze essentiële instituten zullen jonge mensen onderwerpen aan tegenstrijdig invloeden die hun zullen afleiden en die hun energie zullen laten vervliegen. In het bijzonder de massamedia zou moeten bijdragen aan de opvoeding van jonge mensen door het onderwijsbeleid dat door de samenleving is goedgekeurd te volgen.

De school moet zo volmaakt mogelijk zijn met betrekking tot het leerplan, de wetenschappelijke en morele maatstaf van de leraren en de fysieke omstandigheden. Een familie moet voorzien in de noodzakelijke warmte en kwaliteit van de atmosfeer waarin kinderen opgroeien. In de vroege jaren van de islam werden geesten, harten en zielen uit alle macht gebogen richting het begrijpen van datgene dat de Heer van de hemelen en de aarde goedkeurt. Elke conversatie, discussie, correspondentie en gebeurtenis werd dus die kant op gestuurd. Degenen die dat konden namen, als resultaat hiervan, de juiste waarden en geest van de omgeving in zich op. Het was alsof alles als leraar fungeerde om de individuele geest en ziel voor te bereiden en om zijn of haar vermogen om een hoger niveau in de islamitische wetenschappen te bereiken te ontwikkelen. De eerste school waarin we de noodzakelijke educatie om beter te worden ontvangen, is thuis.

De thuissituatie is essentieel voor het grootbrengen van een gezonde generatie en voor het veilig stellen van een gezond maatschappelijk systeem of een gezonde maatschappelijke structuur.

Kinderen kunnen thuis alleen een goede opvoeding krijgen, als er een gezond familieleven is. Om deze reden moet een huwelijk worden aangegaan om een gezond gezinsleven te vormen en om daarmee bij te dragen aan de duurzaamheid van het land in het bijzonder en van de menselijke populatie in het algemeen. De eerste voorwaarde voor vrede, geluk en veiligheid in huis is onderlinge overeenstemming tussen echtgenoten in gedachten, moraal en geloof. Koppels die besluiten te gaan trouwen zouden elkaar dus erg goed moeten kennen en puurheid van gevoelens, kuisheid, moraliteit en deugd moeten overwegen, in plaats van rijkdom en fysieke aantrekkingskracht. De ondeugendheid en onvoorzichtigheid van een kind reflecteren de atmosfeer waarin hij of zij is opgegroeid. Een slecht functionerend familieleven wordt in toenemende mate weerspiegeld in de geest van een kind en daardoor in de maatschappij.

In het familieleven moet de ouderen degenen die jonger dan hen zijn met compassie behandelen en de jongeren zouden respect moeten tonen voor de ouderen. Ouders zouden elkaar moeten liefhebben en respecteren en ze zouden hun kinderen met compassie moeten behandelen en rekening moeten houden met hun gevoelens. Ze moeten elk kind rechtvaardig behandelen en ze onderling niet discrimineren. Als ouders hun kinderen aanmoedigen om hun vaardigheden te ontwikkelen en om nuttig te zijn voor zichzelf en voor de gemeenschap, hebben ze het volk een sterke nieuwe pijler gegeven. Als ze het juiste gevoel in hun kinderen niet cultiveren, laten ze schorpioenen los in de maatschappij.

De school en de leraar

Een school kan worden beschouwd als een laboratorium dat een elixer aanbiedt dat de ziektes des levens kan voorkomen of genezen. Zij die de kennis en wijsheid bezitten om dit samen te stellen en te leiden, zijn de leraren.

Een school is een plek om over alles te leren wat gerelateerd is aan dit leven en het volgende. Het kan een licht werpen op essentiële ideeën en gebeurtenissen en het kan zijn studenten in staat stellen om hun natuurlijke en menselijke omgeving te begrijpen. Een school kan ook vlot de weg openen naar het onthullen van de betekenis van kwesties en gebeurtenissen, en daarbij een student naar volledigheid van gedachte en contemplatie leiden. In essentie is een school een soort plaats van aanbidding met leraren als “heilige mensen”.

Echte leraren zaaien het zuivere zaad en behoeden het. Ze houden zichzelf bezig met wat goed en heilzaam is, en leiden en begeleiden de kinderen door het leven en door allerlei gebeurtenissen waar ze mee geconfronteerd worden. Om als school een ware educatieve instelling te zijn, zouden studenten eerst moeten worden uitgerust met een ideaal, met liefde voor hun taal en de wetenschap hoe deze zo effectief mogelijk te gebruiken, met goede zeden en met blijvende menselijke waarden. Hun maatschappelijke identiteit moet op deze funderingen worden gebouwd.

Onderwijzen verschilt van lesgeven. De meeste mensen kunnen iets lesgeven, maar slechts een paar kunnen onderwijzen. Gemeenschappen die zijn samengesteld uit individuen die zijn verstoken van een verheven ideaal, goede manieren en menselijke waarden zijn als onbeleefde individuen die geen loyaliteit in vriendschap kennen, of consistentie in vijandschap. Degenen die zulke mensen vertrouwen worden altijd teleurgesteld en degenen die van hen afhankelijk zijn, blijven vroeger of later achter zonder houvast. De beste manier om iemand uit te rusten met zulke waarden is een gedegen religieuze educatie.

Het overleven van een gemeenschap hangt af van idealisme en goede zeden, evenals van het bereiken van het noodzakelijke niveau in wetenschappelijke en technologische vooruitgang. Om deze reden zouden beroepen en ambachten moeten worden onderwezen vanaf tenminste het basisonderwijs. Een goede school is geen gebouw waar alleen theoretische informatie wordt gegeven, maar een instelling of een laboratorium waar studenten worden voorbereid op het leven.

Geduld is van groot belang in het onderwijs. Mensen onderwijzen is praktisch de meest heilige, maar ook de meest moeilijke, taak in het leven. Leraren zouden, naast het stellen van een goed persoonlijk voorbeeld, geduldig genoeg moeten zijn om het gewenste resultaat te verkrijgen. Ze zouden hun studenten zeer goed moeten kennen en zich tot hun intellect en hun hart, geest en gevoel moeten richten. De beste manier om mensen te onderwijzen is door speciale aandacht aan elk individu te geven, waarbij niet wordt vergeten dat elk individu een andere “wereld” is.

School voorziet zijn leerlingen van de mogelijkheden om doorlopend te lezen, en spreekt zelfs wanneer het stil is. Hierdoor domineert school, ook al lijkt het slechts één fase van het leven te beslaan, feitelijk alle tijden en gebeurtenissen. Voor de rest van hun leven, voeren leerlingen weer op wat ze op school hebben geleerd en ze worden er voortdurend door beïnvloed. Leraren zouden moeten weten hoe ze de weg naar het hart van de studenten kunnen vinden en hoe ze een onuitwisbare indruk in zijn of haar geest kunnen achterlaten. Ze zouden de informatie die ze overbrengen op de leerlingen moeten testen door hun eigen geest en het prisma van hun hart bij te schaven. Een goede les is er één die meer doet dan leerlingen voorzien van nuttige informatie of vaardigheden; het zou hen moeten verheffen naar de aanwezigheid van het onbekende. Dit stelt de leerlingen in staat om een scherpzinnige visie op de realiteit van dingen te verwerven en om elke gebeurtenis te zien als een teken van de onzichtbare wereld.

Een overzicht van zijn serie artikelen, gepubliceerd in het maandelijkse Sizinti, No: 26-41, maart 1981-juni 1982.